Ook: bouw(e)toen(e)
voorwerp, dat over een groep of greppel wordt gelegd om er over heen te gaan
Ool mans maakte 's jaors aaid nog een paar bouwetoenen (Padhuis)
Bouwe(l)toenen wuurden hier gebroekt um over de kopgrup
is wel aannemelijk
te kunnen kommen (Padhuis)