briedoet bijwoord
  1. breeduit

    Hij zat breidoet in de stoul (Roswinkel)

    IJ moet niet zo briedoet laan, dan kuj niet in de baander (Sleen)

    Hij kwam der briedoet met veur de dag

    een bonte verzameling

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...