brieschen onovergankelijk, werkwoord, zwak, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe

Ook: brieschern

  1. opscheppen

    Je moet er niet alles van geleuven, hie stiet altied te brieschen (Borger)

    hoeft je niet met kunstlicht te voeren (Zdw);

    broesen

    Zie ook:
  2. briesen(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Wat was e hellig, hij briescherde het oet

    zie ook

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...