broesen onovergankelijk, werkwoord, zwak, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe

Ook: broesken (Midden-Drenthe)

  1. schuimen

    Scheerzeip wil omraak broesen (Peize)

    De melk broesde de ummer in (Hijken)

    Zie ook:
  2. bruisen

    Het grös broest de grond uut (Ruinerwold)

    Niet mèer inslaon, aans broest het er over (Sleen)

    Het water broesde deur de duker (Padhuis)

    Zij broesten mit de trekker deur het natte laand

    flink wat geld

    Zie ook:
  3. opscheppen(Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Hie broesde maor wat; was nooit veul van waor (Emmen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...