bruller(d) -s, de
  1. schreeuwer

    Zie ook:
  2. iem. die altijd huilt

    Dat kind is een dikke brullerd (Erica)

    Zie ook:
  3. bandeloze koe, die niet drachtig wil worden(Zuidwest-Drenthe)

    Een bandeloze koe krig de eigenschappen van een bolle; het wurdt dan ook een bruller (De Wijk)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...