bruun I sterk, werkwoord, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniƫn, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe
  1. broeden

    Wij hebt de klokkerd op de eier zitten te breun (Wapse)

    Zie ook:
  2. Die zit daor mar te breun, wat een zitterd

    heeft telkens een ander meisje

    Hie zit er op te bruun, hoe hij het hum betaald zal zetten

    bezoek

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...