bugen sterk, werkwoord, (on)overgankelijk, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)

Ook: beugen (Midden-Drenthe), boegen (Midden-Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

  1. buigen

    De takken gungen bugen, zoveul proemen hunger er an (Borger)

    Het is boegen of barsten (Klazienaveen)

    ...bugen of breken (Eext)

    Bugen as een knipmes (Hijken)

    , ...leertwiege (Zuidwolde)

    , ...flitsebeugel (Klazienaveen)

    Laot e zien stieve kop mar ies bugen (Stieltjeskanaal)

    De auto bug die kant op

    open, het vriest niet

    Zie ook:
  2. (wederk.) bukken

    Ik heb het zo in de rug, ik kan mai haost nait bugen (Roderwolde)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...