buis II buizen, dehet

Ook: bais, baais

  1. Vaak verklkledingstuk voor vrouwen, nauwsluitend kort jasje met schoot (zoz, md, kvd) of zonder scho(Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Het jakkien hef 'n tippien achter en het buisien hef 'n schootien (Sleen)

    Een buis is een manchester jasse (Hollandscheveld)

    Hoe koold het ok is, een bais hef e nooit an (Nieuw Schoonebeek)

    Hij möt er het buis tegen uuttrekken

    bood maar raak

    Hij hef het malle buis an

    niet vast

    Hij har het op buis op die brulfte

    je kunt hem niet zijn gang laten gaan

    Hij giet an, ...op de buis

    niet verpakt

    Hij kan zien buis wel antrekken

    iets dat men zomaar zegt

    Wij zult oe nog wel ies een buisie anmeten

    is onzeker

    Hie hef flink wat op buis had

    winderig

    *Buisie oet, buisie an, dat holdt een gezond man (Hijken)

    zonder kruis

    jak

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...