buistern onovergankelijk, werkwoord, zwak, Zuidwest-Drenthe
  1. luidruchtig zijn, ruzie maken

    Der komp slecht weer, de kiender in de straote bint zo an het buistern (Koekange)

    Zie ook:
  2. spannen(Midden-Drenthe, Zuidwest-Drenthe)

    Het buistert er umme (Dwingelo)

    Zie ook:
  3. zich inspannen

    Wat moeten ze der tegen buistern um tegen die stieve wind in te komen (Smilde)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...