Ook: bulte (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe), bulde (Veenkoloniën)
hoop
De èerpels bewaar ie het beste in de bulte
tegen half febr. moet de winter ophouden (N);
Wat zit ie toch raar in een bultien
de gevolgen dragen (Zwig), zie ook
Wel hef dat oet de bulten stöt
is lui
Ik lage in een bulte van het lachen (Dwingelo)
Hij lop wat om de bulten
zie ook
Der zit dikke bulten an de locht
erin luizen
opgestapelde hoop
Bulten zetten was een vak; hier was eine, dei zette 40 vouer op een wagenrad
zie ook
Wij hebt de rogge an de bult
hij doet niets
het heui an de bulten (Uffelte)
hij is zo traag
miet
Wij hadden vrogger een bult turf bij huus
de pineut
Törf in de bult zetten
aan de (Duitse) pijp
Een bult is 21 x 11 vout, 16 laogen en dan de zettels en dan nog 16 laogen in de gevel (Barger Compascuum)
grote hoeveelheid
Hij hef een bulte geld (Diever)
Hij hef een hiele bulte rommel op ereuumd (Hoogeveen)
Der is een bult water vallen de leste tied (Barger Compascuum)
Het is een bult zien eigen schuld
praatte er omheen
Der komt een bult eerpels oet (Grolloo)
buil, verhevenheid
Wat hes do jao een dikke bult an de kop (Padhuis)
Der zit een bult in de weg (Gasselte)
De koe hef een bult an het bien
klein
bochel
Dat mannegie is met een bult geboren (Balloo)
op een wat rare manier of tijd
last
verhemelte
Hij stöt een bettien an de bult (Padhuis)
an de bulten
onhandelbare dieren