Ook: beunen (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))
woelen(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))
Ha, lig toch stil, te bunen ok altied (Sleen)
De mot buunt
ook als laatste regel
hard lopen of werken
Wij mussen der tegen bunen um klaor te kommen (Stieltjeskanaal)
Die mèenschen moet hard bunen um de kop boven water te holden (Weerdinge)
donderjagen
Kinder, ij moet niet zo bunen, wees is wat kalmer (Padhuis)
Ie mut niet zo met dat peerd bunen (Coevorden)