bunerd -s, de, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)

Ook: beunerd (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), buunderd

  1. onrustige slaper, woeler

    Wat is dat een bunerd in bedde

    zie ook

    Zie ook:
  2. harde werker, vaak wild en onnadenkend

    Die kèrel is aaid in touw en drok, een echte bunerd (Oosterhesselen)

    Die kerel kuj der niet bij hebben, dat is een bunerd, hij brek alles kepot (Coevorden)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...