buugzaam bijvoeglijk naamwoord

Spellingvarianten als bij: bugen

  1. buigzaam

    Bij het maken van körven gebroekt ze wilgentakken, umdat die zo lekker buugzaam bint (Hijken)

    Dei man was neit buugzaom (Eelde)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...