op visite gaan bij de buren
Koomt bij oons mar ies weer buurten (De Wijk)
buurman zijn(Zuidwest-Drenthe)
Wij buurt tot aan de Brouwers (Ruinerwold)
Daor bure wij niet meer mit (Zuidwolde)
spel. Daarbij ging men de genoemde kant op en als de voorste zich ineens omdraaide, kon hij de anderen tikken (Sle);
buren, naobern