buurten onovergankelijk, werkwoord, zwak, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe
  1. op visite gaan bij de buren

    Koomt bij oons mar ies weer buurten (De Wijk)

    Zie ook:
  2. buurman zijn(Zuidwest-Drenthe)

    Wij buurt tot aan de Brouwers (Ruinerwold)

    Daor bure wij niet meer mit (Zuidwolde)

    spel. Daarbij ging men de genoemde kant op en als de voorste zich ineens omdraaide, kon hij de anderen tikken (Sle);

    buren, naobern

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...