buusling -s, de, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: beuinzelk, beunzeling, bunzel (Kop van Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), buunsling, buunzeling, buunzik, buunze, ling (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Noord), buzelk (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), ...zelink (Zuidwest-Drenthe), buzink (Zuidwest-Drenthe Zuid), buunzi(n)k (Zuidwest-Drenthe Zuid), buunzing (Zuidwest-Drenthe Zuid), beu(i)nzelk (Midden-Drenthe), bunzelk (Midden-Drenthe)

  1. bunzing, Putorius foetidus

    Een buunzeling steelt nooit op eigen arf (Hijken)

    Der hef een beunzelk maank de hoender zeten (Balloo)

    Hij stinkt as een buunsling (Dwingelo)

    Zie ook:
  2. kwajongen(Kop van Drenthe, Veenkoloniƫn, Zuidoost-Drenthe)

    Het is een bunzelie van een kwaojong (Roderwolde)

    als bn. z. bij

    ulk

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...