compagnonschup het, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)

Ook: compionschap (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

  1. het compagnon zijn

    Die beide timmerlui bint met

    me

    kaar in compionschap gaon. Nou, met 'n beiden, redt ze het wal (Weiteveen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...