complex -en, het
  1. complex

    Van dat gezeur zuj een complex van kriegen (Hoogeveen)

    Die hef rare complexen, ie weet niet aj hum bij de kop of bij het gat heb

    [met nog veel onverteerd stro],

    Zie ook:
  2. aaneengesloten stuk grond(Midden-Drenthe)

    'n Complex heideveld (Hijken)

    Zie ook:
  3. complexe toestand(Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Der bint nog wel ies complexies in dat gezin

    gezegd van een grootspreker

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...