dabbern onovergankelijk, werkwoord, zwak, Zuidwest-Drenthe Zuid
  1. klapperen, rammelen

    De pannen, die dabbert op de daoke (Nijeveen)

    Het lid van de soeppanne dabbert er op, legt er maar even een lucefarsstokkie onder (De Wijk)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...