dadderig bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)
  1. opgezwollen van gezicht door pijn of niet uitgeslapen zijn

    Hie lop der wal weer, maor hie kik nog wal wat dadderig oet (Sleen)

    het motregent (Sle) *

    dodderig

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...