daolijk bijwoord, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: daodelijk, dalijk (Zuidwest-Drenthe), dadelijk (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. dadelijk

    Daolijk ankommen en as het kan nog eerder (Sleen)

    Zij haar het daolijk in de smiezen (Diever)

    Wie gaon daodelijk eten (Emmer Compascuum)

    Zie ook:
  2. straks

    Aj zegt: keuj dat dalijk èven doen?, dan bedoel ie direct, maar aj zegt: dat doe'k dalijk, bedoel i (Hollandscheveld)

    terecht zetten

    dolkies

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...