darg de, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: daarg (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidwest-Drenthe Noord), darf

Bron: Drentsche Volksalmanak & Drentsche Volksalmanak
  1. darg, in het hoogveen de onderste veenlaag op het zand, buiten de hoogveengebieden veenachtige boven

    Darg was de onderste laoge van het veine, daor maakten ze de zwaore torf van (Hoogeveen)

    Darg zit onder het blauwveen (Barger Oosterveld)

    Darg is veur een kenner veen, waor törf of bagger van maakt kan worden. Der is lichte en zwaore dar (Erica)

    De baovenste laoge was darg. As de vène der uut is, blif darg achter (Ruinerwold)

    Slòppe vene nume wij daarg (Wapserveen)

    Van darg kwam beste brandtörf (Coevorden)

    Daarg is modderig, onvast veen (Eelde)

    Darg is lichte vene en is niet geschikt veur törf. Het is lichte grond mit weinig draagvermogen en (Koekange)

    Het onderste veen is darg (Norg)

    Wij zegt: dat is slechte vene, dat is daarg (Wapserveen)

    zo ook

    Piepiesdarg is hier lichte darg (Roswinkel)

    Darg spitten: hiel dikke brokken darg weurden an de kaant op de veenput legd um wat te bedreugen. Da (Geesbrug)

    Zie ook:
  2. vuil en schilfers op de huid(Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

    Dei was zo smerig, hij haar een darg op de hoed (Barger Compascuum)

    Hij hef darg op de kop

    zwaar

    arf

    narf

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...