Ook: daarg (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidwest-Drenthe Noord), darf
Bron: Drentsche Volksalmanak & Drentsche Volksalmanakdarg, in het hoogveen de onderste veenlaag op het zand, buiten de hoogveengebieden veenachtige boven
Darg was de onderste laoge van het veine, daor maakten ze de zwaore torf van (Hoogeveen)
Darg zit onder het blauwveen (Barger Oosterveld)
Darg is veur een kenner veen, waor törf of bagger van maakt kan worden. Der is lichte en zwaore dar (Erica)
De baovenste laoge was darg. As de vène der uut is, blif darg achter (Ruinerwold)
Slòppe vene nume wij daarg (Wapserveen)
Van darg kwam beste brandtörf (Coevorden)
Daarg is modderig, onvast veen (Eelde)
Darg is lichte vene en is niet geschikt veur törf. Het is lichte grond mit weinig draagvermogen en (Koekange)
Het onderste veen is darg (Norg)
Wij zegt: dat is slechte vene, dat is daarg (Wapserveen)
zo ook
Piepiesdarg is hier lichte darg (Roswinkel)
Darg spitten: hiel dikke brokken darg weurden an de kaant op de veenput legd um wat te bedreugen. Da (Geesbrug)
vuil en schilfers op de huid(Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))
Dei was zo smerig, hij haar een darg op de hoed (Barger Compascuum)
Hij hef darg op de kop
zwaar
arf
narf