darp -en, het, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: dorp (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe), dörp (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe), durp (Midden-Drenthe)

  1. dorp

    Wij hebt mor ien winkel in het darp (Stieltjeskanaal)

    Zij woont niet op de streek, zij woont in het dörp (Zuidwolde)

    Woor hej dat hèurd? Jongs bint er met oet het darp kommen

    is slecht gehumeurd (Emm), zo ook

    Het giet het hiele dörp over (Broekhuizen)

    Je moet de kerk midden in het durp laoten (Drouwen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...