dazen onovergankelijk, werkwoord, zwak, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: daozen, daezen (Zuidwest-Drenthe Noord)

  1. onzin praten, ijlen

    As ie een borrel op hef, begunt hie te dazen (Borger)

    Zie ook:
  2. pochen, opscheppen (N:Rod) .

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...