deugen onovergankelijk, werkwoord, zwak, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)

Ook: dèugen (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

  1. deugen

    Zien heeile leven hef die onhemmel niet deugd (Eext)

    Dit vleis deugt niet meer (Ruinerwold)

    Hij deugt narms tou

    z. ook

    In zien jeugd wol hij ok al niet deugen (Beilen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...