deuphok het, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe
  1. afgesloten ruimte, waar ouderlingen en diakenen bij elkaar waren en waar ook de doop plaatsvond

    Het deuphokke is de afgesloten ruumte veur de preekstoel (Erica)

    Hij zit in het deuphokke

    en

    Ze wilt nog ies weer in het deuphokkien zitten

    z. bij

    hok

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...