deurdruppen onovergankelijk, werkwoord, zwak
  1. steeds verder druppen

    Het wordt nich dreuge, het drupt aal deur (Barger Compascuum)

    Zie ook:
  2. langzaam doordringen

    De regen drupt langzaam deur (Schoonlo)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...