deurstoten overgankelijk, sterk, werkwoord
  1. doorstoten

    Hij hef zuk de zwelle deurstöt (Barger Oosterveld)

    Zie ook:
  2. eerste deel van het vlasbraken (ndva) '...geschiedde om het lint voor het grootste gedeelte van de s

    Zie ook:
  3. schudden(Midden-Drenthe)

    De kaorten deurstoten (Rolde)

    van iem. met een grote neus

    deursteken

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...