deurstrepen overgankelijk, werkwoord, zwak
  1. doorstrepen

    Hij har het wal opschreven, mar hij haf het weer deurstreept (Nieuw Schoonebeek)

    Wij hadden je al deurstreept, ...deurstript, mor het is goed daj der bint

    er tussen uit geknepen

    De dokter hef hum deurstript

    bij het zwemmen

    deurschrieven

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...