dief dieven, de, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: deeif (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), deef (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe), deif (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), daif (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën)

  1. dief

    Hai knip hum as een daif (Zuidlaren)

    Schaopvleis smak lekker, mor het is een dief in de pot

    blut

    Iederien is een dief in zien nering

    hij kan niets meer

    Hie is een deeif van zien eeigen pormenee (Eext)

    Zie ook:
  2. waterloot

    Ik heb heilwat diefies in de tomaten (Meppel)

    Zie ook:
  3. schimmelziekte in de bonen, die rot tot gevolg heeft(Midden-Drenthe)

    Dei einmaol steelt is altied een deif (Barger Compascuum)

    In lösse deuren loopt geen deven (Beilen)

    Met deiven kuj deiven vangen (Peize)

    De gelegenheid mak de deef (Diever)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...