dinges de
  1. een bepaald iemand, waarvan men de naam niet weet

    Ik heb dinges ook eziene, och, hoe het hij ook weer, zien naeme wil mij niet in het zin schieten (Wapserveen)

    Daor moej dinges even naor vraogen (Sleen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...