doelaorig bijvoeglijk naamwoord, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe

Ook: ...orig, doen... (Midden-Drenthe)

  1. ondeugend, wild, onwillig, ongehoorzaam

    Wij kriegt vaste aander weer, de kiender bint zo doelaorig (Ruinerwold)

    Doelaorige jongen bint meer ruzig as ondeugend (Zuidwolde)

    Die jong is zo doenaorig, die lustert nargens naor (Klazienaveen)

    Zie ook:
  2. nijdig, boos (N) .

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...