dommeneren onbepaald, onovergankelijk, werkwoord, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: doemeneren (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid), dommineren (Veenkoloniën)

Bron: J. Bergsma, Woordenboek, bevattende Drentsche woorden en spreekwijzen. Groningen 1906 & J. Bergsma, Woordenboek, bevattende Drentsche woorden en spreekwijzen. Groningen 1906
  1. opscheppen

    Daor stiet e weer te dommeneren (Sleen)

    Zie ook:
  2. kletsen(Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Hij zat daor te doemeneren (Zuidwolde)

    Zie ook:
  3. vloeken en tieren

    Zie ook:
  4. (over)heersen(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Die snoek doemeneert tussen de brogge en de stuw (Pesse)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...