doodvallen onovergankelijk, werkwoord, zwak
  1. doodvallen

    Hij is zo gierig, hij valt dood op een dubbeltie (Hollandscheveld)

    Hij kan um mij doodvallen, die mispunt (Odoorn)

    beter wordt

    doodhageln

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...