Ook: dreeie (Zuidwest-Drenthe), Spellingvarianten als bij: drèeien
draai
Hij ken zien draai nait vinden (Valthermond)
Do kanst er wel een mooie drèei an geven, maar het is niet, zoas do eerst zees (Coevorden)
Dat zwien hef een mooie drèei in het haor (Nieuw Dordrecht)
Hij gaf hum een draai um de oren (Barger Oosterveld)
bocht
Het schip kun de drèei niet kriegen, de wieke was te smal (Noordscheschut)
Waor de riekste meinsen woonden, kwamen vrogger de mieste drèeien in de weg (Koekange)
Hij woont bai de draai (Roderwolde)
vonder(Zuidoost-Drenthe)
Daor lig nog een draaigie in de wieke (Emmer Compascuum)
Het drèeigien was ter of (Sleen)