drachtig bijvoeglijk naamwoord, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)

Ook: drechtig (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

  1. drachtig

    Het pèerd is wèer gust bleven, ik kan hum verdorie niet drachtig kriegen (Hijken)

    Zie ook:
  2. vol(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Alle stoelen waren drachtig

    roept. Dan moet iedereen blijven staan en begint het spel opnieuw (Zwe), of: ...dan moest iedereen blijven staan en kon er iemand worden afgegooid. Werd er misgegooid dan begon men opnieuw

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...