drassig bijvoeglijk naamwoord, bijwoord
  1. drassig

    In drassig laand zat vaok gaogel (Balloo)

    was een karretje om te schuiven, met banden iets dikker dan fietsbanden. Daarop 2 melkbussen met een kraan voor melk en karnemelk '

    drabbig

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...