drekkerig bijvoeglijk naamwoord, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: drekkig (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid), drakkig (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

  1. met etter

    Zien oge is hielemaole drekkerig (Hoogeveen)

    Het zug er mal oet, het is nogal drakkig (Barger Compascuum)

    Zie ook:
  2. staande met de nageboorte(Kop van Drenthe)

    Die kou is nog drekkerig (Een)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...