Ook: droef (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))
druif
Van iene, die er wat verwachtte en de kouse op de kop kreeg, wör wel ezegd: de droeven waren zoer (Wapserveen)
roos op nageboorte
In het naogeboorte van een peerd zitten droeven (Roderwolde)
Droeven komt er al an, kou is zo schoon (Eexterveen)
(verkl.) rouwroosje van zwarte stof(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe)
As de kèrels vroeger in de rouw wassen, dreugen ze een droefien (Oosterhesselen)
deel van paardenoog
Een maonblind peerd mist de droeven in het oog (Emmen)
hef gien droeven genog in de ogen (Hijken)