druppel
Daor zit gien drup water meer in (Emmen)
O. löp vaeke mit een drup an de neuze (Vledder)
Hij is van de regen in de drup kommen (Valthermond)
Zie har under de drup staon
pak slaag
Hij komp met een drup an de neus in hoes
hij is lui
hoeveelheid drank
Hij hef een druppie te veule had (Klazienaveen)
Hij har een mooie drup op (Roderwolde)
Der zit nog een drup
wil niet werken
in, woj nog wat hebben? (Sleen)
waar het drupt
Hij stun onder de drup van de geute (Hoogeveen)
kleine hoeveelheid. Vaak verkl.(Zuidwest-Drenthe)
Der was mar een klein druppie volk (Meppel)