dunachtig bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Kop van Drenthe
  1. dun

    Dei soep is wat dunachtig oetvallen (Barger Compascuum)

    Mooie stof, maor wel wat dunachtig (Hoogeveen)

    Een dunachtig main (Ruinerwold)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...