Ook: dwaars (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën)
dwars
Die man geeit overal dwars tegen in (Anderen)
Wij leupen dwars over, dan kuj wat gauwer (Exlo)
Hij gung dwars op een stoul zitten (Nieuw Schoonebeek)
Dat veurval zit mij dwars (Uffelte)
Het zat hum dwars in de hoed
bedrogen
onhandelbaar
Hie is zo dwars as wat (Oosterhesselen)
De olde dwarse
belust op sex
dweer-