eerst bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord

Ook: èerst (Zuidwest-Drenthe Noord)

  1. eerst

    De eerste straote an joen linkerhand, daor woont e (Erica)

    Eerst even schoften en dan hen melken (Eexterveen)

    Ik eerstes

    stoken

    Die erpel is eerste soort (Dalen)

    Wie was èerst? (Dwingelo)

    Piet gaait altied eerst van berre of

    z. ook

    Het is een eerste kwajong

    z. ook

    In het eerst veul het mie tegen, maor later veul het wel mit

    z. ook

    Ik heb hum vleden weke veur het eerst zein (Barger Compascuum)

    Hij gung met de eerste de beste op stap (Nieuw Dordrecht)

    Hij wil de eerste van de klasse wezen (Diever)

    donkere afval van de raathoning

    vereerst

    Zie ook:
  2. pas

    Ik geleuve het eerst, a'k het zie (Hoogeveen)

    *Wie eerst is, eerst maalt

    bij de weg

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...