ellende de
  1. ellende

    Der is hiel wat ellende in de wereld (Oosterhesselen)

    Wat is het een ellende, dat die penne vlekt (Pesse)

    Die hef al een bool ellende had mit de huusholding (Ruinen)

    Het is eein en al ellende met de koffiepriezen (Eext)

    Hij keek gruin van ellende

    om gezond te blijven

    Zie ook:
  2. ruzie(Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Het is daor altied ellende (Hollandscheveld)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...