erbarmelijk bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord

Ook: arbarmelijk (Veenkoloniën), ..baarm(e)lijk (Veenkoloniën), (Zuidwest-Drenthe Noord)

  1. erbarmelijk

    De hond stund erbarmelijk te janken (Barger Compascuum)

    Het was arbarmelijk kaold (Roswinkel)

    De kinder loopt er erbarmelijk bij (Erm)

    Wat gunk dat volk toch erbaarmlijk te keer (Diever)

    Het was een erbarmelijk gezicht

    vroegere gewoonte, wanneer men 's nachts ergens een plaggenhut of iets dergelijks had opgezet

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...