Ook: arbarmelijk (Veenkoloniën), ..baarm(e)lijk (Veenkoloniën), (Zuidwest-Drenthe Noord)
erbarmelijk
De hond stund erbarmelijk te janken (Barger Compascuum)
Het was arbarmelijk kaold (Roswinkel)
De kinder loopt er erbarmelijk bij (Erm)
Wat gunk dat volk toch erbaarmlijk te keer (Diever)
Het was een erbarmelijk gezicht
vroegere gewoonte, wanneer men 's nachts ergens een plaggenhut of iets dergelijks had opgezet