eterij -en, de
  1. etenswaren

    Eterije stiet wel in de kaaste, pak maor (Dwingelo)

    Do wie hen warken gungen, namen wie altied eterij mit (Barger Oosterveld)

    Zie ook:
  2. eten

    Eerappels mit siepels en daorvan staamppot mit een paar beste lappen spek, dat is een beste eterije (Havelte)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...