eulie de

Ook: öllie

  1. olie

    Doe mij even wat eulie in de laamp (Gasselte)

    As het stroef giet, muj der wat eulie an doen (Hollandscheveld)

    Hij zit dik in de eulie (Hoogeveen)

    goed under de eulie

    lijdzaam

    Dat was eulie in het vuur (Roderwolde)

    Hij gooide wat eulie op de golven

    je moet geen onmogelijke dingen willen (Vtm);

    Het lop as eulie

    schapen brengen zorgen mee (Nor);

    Die is net Haarlemmer eulie, die kuj overal veur gebruken (Klazienaveen)

    De eulie is op ebraand bij de aolde baos

    men moet niet te ver gaan (Coe);

    Zie ook:
  2. (veend.) glanzende stof in(Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

    gliede

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...