even II overgankelijk, werkwoord, zwak, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid
  1. effenen

    Hij har de grond mooi èvend (Nieuw Schoonebeek)

    Wij moet de potstal even even (Sleen)

    Der zit zoveul gaten in de weg, hie mot eerste evend worden, veurdaj er met vracht over kunt (Borger)

    niet rond

    effenen

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...