Ook: fakseneren (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), forceren (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe), fokseren (Zuidwest-Drenthe), foskeren (Veenkoloniën), ferceren (Midden-Drenthe)
iemand ertoe (aan)zetten(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe)
Ik mus hom wel fakseren om hom an 't wark te kriegen (Peize)
Mor het bestuur fakseert je gewoon um der veur te stemmen (Anderen)
forceren, ook wederk.
Die stok van die vörk moej niet te veul fakseren, hie geeit je kepot (Eext)
Een slot forceren (Meppel)
Kalm an doon, je moet de zaok niet ferceren (Balloo)
Dende hef zuk ok veul te veul fakseerd (Sleen)
Hij hef zien rogge fakseerd mit het zwaore beuren (Hoogeveen)
plagen(Midden-Drenthe)
Kinder kunt mekaor lillijk fakseren (Eext)
Schei toch is oet te fakseren aal (Eext)
afrossen, mishandelen(Kop van Drenthe)
Hij het hom nogaal wat fakseerd
kleinigheid
beweren, fantaseren(Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))
Die kerel kan heel wat bij mekaar fakseneren (Weerdinge)
*Soldaoten kuj forceren, zwienen niet (Smilde)