feet feten, de, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)

Ook: feddel, fettel

  1. deel van de hoekgarve, dat men bij het laden opzij trok

    Der was een feddel uuttrokken um verbaand te kriegen, um de hoeken vast te leggen (Schoonebeek)

    Trek no toch is een goeie fettel oet die garve, dan lig het goed vast (Padhuis)

    Een feet bij zied trekken (Sleen)

    IJ moet er even een fettel oettrekken, dan blif het beter liggen (Zweelo)

    Zie ook:
  2. bosje stro(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Doe mij even een paar mooie fettelties veur een mattien van stro in de klompen (Padhuis)

    Zie ook:
  3. uithangende halmen, rafels

    De feten hungen der bij an

    vaker

    Hie hef de jas opscheurd, de feten hangt er bij an (Sleen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...