flemer(d) -s, de, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: fliemen (Zuidwest-Drenthe Zuid), Spellingvarianten als bij: flemen

  1. vleier

    Ik mag die flemerd niet lien (Sleen)

    Die vent, dat is een dikke fleimerd (Anloo)

    Wat bi'j toch een fliemertie (Nijeveen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...